Recht op informatie

Naar aanleiding van het Castorama-arrest -eerst bewijs dat je auteursrechthebbende bent voordat je informatie kunt opvragen- herlas ik artikel 8 lid 1 van de EU-handhavingsrichtlijn 2004/48/EG nog eens aandachtig:

... verzoek van de eiser kunnen gelasten dat informatie over de herkomst en de distributiekanalen van de goederen of diensten die inbreuk maken op een intellectuele eigendomsrecht, wordt verstrekt door de inbreukmaker en/of door een andere persoon die:

  • a) de inbreukmakende goederen op commerciële schaal in zijn bezit blijkt te hebben; 
  • b) de inbreukmakende diensten op commerciële schaal blijkt te gebruiken; 
  • c) op commerciële schaal diensten die bij inbreukmakende handelingen worden gebruikt, blijkt te verlenen;

Daar staat dat je alleen bij een commerciële handeling informatie hoeft te verstrekken.
Dat betekent dat een particulier, stichting of vereniging geen bewijs hoeft te overleggen dat ze een fotolicentie heeft. Momenteel de enige manier om een fotojager van je af te schudden.

De EU-richtlijn is als volgt geïmplementeerd in onze nationale Auteurswet, artikel 28 lid 9: 

De rechter kan op vordering van de gerechtigde degene die inbreuk op diens recht heeft gemaakt, bevelen al hetgeen hem bekend is omtrent de herkomst en distributiekanalen van de goederen of diensten die inbreuk maken, aan de gerechtigde mee te delen en alle daarop betrekking hebbende gegevens aan deze te verstrekken. 

Het woord commerciële ontbreekt, het wordt later pas gebruikt als "een derde" ter sprake komt. Ik vind dat kwalijk.

Onder dezelfde voorwaarden kan dit bevel worden gegeven aan een derde die op commerciële schaal inbreukmakende goederen in zijn bezit heeft of gebruikt, die op commerciële schaal diensten verleent die bij de inbreuk worden gebruikt, of die door een van deze derden is aangewezen als zijnde betrokken bij de productie, fabricage of distributie van deze goederen of bij het verlenen van deze diensten.


Bij fotoclaims vragen eisers naar bewijs van rechtmatig gebruik. Mij lijkt het niet meer dan logisch dat zij eerst bewijzen;
  • rechthebbende te zijn,
  • dat het een inbreuk is,
voordat jij een bonnetje hoeft te tonen. En bij niet-commercieel gebruik, als particulier (stichting of vereniging), zelfs dat niet. Verwijderen zou dan voldoende moeten zijn.
En als de rechthebbende de schade begroot op het mislopen van een licentievergoeding mag je best bewijs vragen van dat tarief. Voor welke prijs stond de bewuste foto ten tijde van de publicatie te koop?
Bij alle zaken die ik zag ontbreekt dat bewijs, ook als er nadrukkelijk naar gevraagd is. Rechters in Nederland pakken het tarief van Stichting Foto Anoniem, nemen het door eiser gestelde tarief over of nemen genoegen met facturen voor andere foto's, facturen voor andere situaties of facturen die achteraf na geconstateerd gebruik zijn opgemaakt.

Op het moment dat je de discussie aangaat -citaatrecht, tarief, wist het niet, heb geen geld- met fotojagers zit je in hun fuik. Je erkent ermee dat je de foto gepubliceerd hebt (of dat de foto onder jouw verantwoordelijkheid is gepubliceerd) zonder toestemming van de rechthebbende. De fotojager weet dat jij geen bonnetje meer hebt. De fotojager kan zien of jij genoeg juridische kennis hebt om je te verweren.

Wie eist bewijst maar bij fotoclaimzaken gaat dat omgekeerd:
Eisers daarentegen hoeven geen bewijs te overleggen, een aanbod is voldoende:


Vindt de rechter de betwisting niet gemotiveerd genoeg? Dan gaat de rechter ervanuit dat de stellingen van eiser kloppen. Lijdelijke beoordeling noemen ze dat, overgeleverd aan de willekeur van de rechter. 

Het is dus zaak om te voorkomen dat je bij de rechter belandt.
Geef geen informatie. Vraag naar de exclusieve rechten, vraag waarom het een inbreuk zou zijn, vraag naar bewijs van het tarief en doe pas een schikkingsvoorstel als je dat allemaal hebt.


Alles op dit blog is en blijft gratis, al kost het meer tijd en frustratie dan me lief is. Ik verdiep me alweer vijf jaar in auteursrechtschendingen. Ik ben zelf geen jurist, maar juristen gebruiken mijn bevindingen in artikelen, processtukken, scripties en proefschriften.
Moreel gezien kan ik benadeelden, die in dit commerciële juridische circus vaak nergens terecht kunnen, niet in de kou laten staan.
Een kop koffie als steun wordt gewaardeerd.