Artikel 1019h Rv

Het meest gevreesde artikel bij zaken over intellectueel eigendom, dat vermoedelijk in de wet terechtgekomen is dankzij de auteursrechtenlobby:

Mijn inziens is het artikel een van de oorzaken waarom de heksenjacht op foto's zo verschrikkelijk uit de klauwen is gelopen. Er zit weliswaar een billijkheidscorrectie in, maar daar wordt zelden een beroep op gedaan: Mensen die in persoon procederen weten niet dat ze de onredelijkheid van een volledige kostenveroordeling moeten betwisten en professioneel gemachtigden betwisten meestal elkaars kosten niet. Die hebben immers baat bij het in stand houden van hoge kostenveroordelingen.

Rechters mogen het recht aanvullen en een volledige kostenveroordeling afwijzen. Omdat de billijkheid zich daartegen verzet. Zij zijn dat echter niet verplicht en een flink aantal verschuilt zich achter wet is wet en wijst meedogenloos buiten proportionele kosten toe. Bedragen die de gevorderde schadevergoeding fors overstijgen. En zo kan het gebeuren dat een visboer meer dan 3.000 euro moet aftikken voor een onbedoelde inbreuk met een foto van twee haringen. Een oude foto die normaliter nog geen tientje kost voor hergebruik. Het is schandalig.

Ik krijg het mijn klanten ook niet uitgelegd. Dat ze enkel en alleen omdat ze het bonnetje niet meer hebben toch maar beter kunnen schikken voor een paar honderd euro... omdat ze bij rechter waarschijnlijk een veelvoud moeten betalen. 100% onschuldig, alleen kun je het niet bewijzen. Enfin die riedel kunnen jullie inmiddels wel.

In het hoofdstuk over schadevergoeding komen ook de proceskosten aan bod. Het stukje over artikel 1019h Rv deel ik alvast hier (conceptversie):

Nederland heeft bij de implementatie van de handhavingsrichtlijn 2004/48/EG als enige EU-lidstaat de tot dan toe geldende proceskostenregeling – op basis van beperkte liquidatietarieven – vervangen en een nieuw wetsartikel toegevoegd; artikel 1019h Rv. Op basis van dat wetsartikel kan men bij procedures over intellectueel eigendom een volledige proces- en buitengerechtelijke kostenveroordeling vorderen. De wetgever geeft rechthebbenden daarmee de mogelijkheid om te procederen, ook wanneer de financiële schade gering is. Bijvoorbeeld over het zonder betaling overnemen van een foto waar nog copyrights op rusten.

De invoering van het wetsartikel in 2007 is niet zonder slag of stoot gegaan en houdt de gemoederen sindsdien bezig (Janssens, 2016; Driessen, 2019). Het aantal rechtszaken over hergebruik van stockfoto’s is sindsdien fors gestegen (Bekema, 2019).

Kosten voor salaris van gemachtigden dienen in billijkheid te zijn gemaakt. Het is niet redelijk om tegen een hoog uurtarief te discussiëren over irrelevante zaken en onnodige uren te schrijven. In rechtspraktijk gebeurde dat echter, door de optie van een volledige proceskostenveroordeling, wel. In 2017 zijn er daarom maximumtarieven voor het toewijzen van de kosten voor het salaris van de gemachtigde ingesteld en is voor onbeduidende geschillen het liquidatietarief in ere hersteld. De regeling indicatietarieven maakt onderscheid tussen verschillende categorieën procedures:

a. zeer eenvoudig, niet bewerkelijk: liquidatietarief
b. eenvoudig: maximaal € 8.000,-
c. normaal: maximaal € 20.000,-
d. complex: maximaal € 40.000,- (Rechtspraak, 2017)

Het liquidatietarief is een vastgesteld bedrag voor salaris gemachtigde dat gebaseerd is op de hoogte van de vordering en dat toegekend wordt via een puntenstelsel. Voor elke verrichte werkzaamheid is een bepaald aantal punten vastgesteld. Het liquidatietarief is meestal lager dan het daadwerkelijke uurtarief van de gemachtigde en een gemachtigde maakt meestal ook meer uren dan toegewezen via het puntenstelsel.

Een fotogeschil waarbij de foto op eerste verzoek is verwijderd en waarbij de discussie enkel over de hoogte van de schadevergoeding gaat, is een zeer eenvoudige zaak waarvoor het liquidatietarief geldt. Een fotograaf die een zaak wint en zijn kosten voor salaris gemachtigde tegen liquidatietarief krijgt toegewezen legt dus geld toe[1].

Voor juristen zijn fotogeschillen lucratief. De vermeend inbreukmaker heeft vaak weinig juridische kennis en is een makkelijke tegenstander. Hoe meer discussie, hoe meer uurtjes juristen kunnen schrijven. Wanneer het een rechtszaak wordt lopen de kosten verder op: De jurist moet een dagvaarding opstellen; een deurwaarder inschakelen om de dagvaarding te overhandigen aan de tegenpartij; er moet griffierecht betaald worden; en er volgt meestal nog een schriftelijke of mondelinge discussie. Regelmatig zijn de toegewezen proceskosten dan ook een veelvoud van de gevorderde schadevergoeding.

[1] Het liquidatietarief was, naast de verlaagde opslag van 25%, aanleiding voor de brief van Dijkstra (2020).


Alles op dit blog is en blijft gratis, al kost het meer tijd en frustratie dan me lief is. In 2017 viel ik in de beerput van een pervers verdienmodel met fotorechten. Inmiddels heb ik de studie Mediarecht afgerond en schrijf ik een boek waarmee fotografen en fotogebruikers geschillen onderling moeten kunnen oplossen.