Erven Warhol versus Goldsmith

Ik was voornemens om niks te schrijven over de uitkomst van jarenlange procedures tussen de erven Warhol en fotografe Lynn Goldsmith. Omdat het hier geen banale stockfoto betreft maar een zeefdruk van Prince. Omdat het Amerikaans recht is en ik het druk zat heb met de rechtspraak in Nederland.

Doch ik zag zoveel (wollige) artikelen…


Andy Warhol heeft in 1984 een zeefdruk gemaakt in opdracht van popmagazine Vanity Fair op basis van een foto van Lynn Goldsmith. Vanity Fair kon kiezen uit 16 verschillende prints en koos voor de linkerafbeelding. Goldsmith heeft destijds 400 dollar gekregen en haar naam is bij de publicatie in het magazine vermeld.

Andy Warhol overlijdt in 1987.

Naar aanleiding van het overlijden van Prince in 2016 brengt uitgeverij Condé Nast een special uit met een andere print uit de serie op de cover, de rechterafbeelding. De uitgeverij betaalt de erven Warhol daar 10.000 dollar voor.

De erven Warhol menen dat het gebruik van de foto onder 'fair use' valt en Goldsmith haar auteursrecht niet kan doen gelden. De juridische, Amerikaanse term 'fair use' kun je mijn inziens het best vergelijken met het Nederlandse citaatrecht: Functioneel, niet commercieel, proportioneel én bronvermelding naar de eerdere openbaarmaking. Aan geen van de vier vereisten voldoet dit gebruik.

Of iets een afgeleid werk kun je twisten, zie de zaak van fotografe Jingna Zhang.
Bij de zeefdruk van Warhol is door de publicatie in 1984 volstrekt helder dat het een bewerking is en behoudt Goldsmith volgens EU-recht haar auteursrecht op het oorspronkelijke werk.

De Amerikaanse Hoge Raad gaf Goldsmith gelijk. Niet unaniem overigens, 2 van de 9 rechters waren het daar niet mee eens.
Dit is de toelichting van de Hoge Raad, en nee ik heb niet alle 87 pagina’s doorgespit, ik heb wel wat beters te doen.
Wat een poppenkast weer.


Alles op dit blog is en blijft gratis, al kost het meer tijd en frustratie dan me lief is. Ik verdiep me alweer vijf jaar in auteursrechtschendingen. Ik ben zelf geen jurist, maar juristen gebruiken mijn bevindingen in artikelen, processtukken, scripties en proefschriften.
Moreel gezien kan ik benadeelden, die in dit commerciële juridische circus vaak nergens terecht kunnen, niet in de kou laten staan.
Een kop koffie als steun wordt gewaardeerd.