Een neverending story…
Alles op dit blog is en blijft gratis, al kost het meer tijd en frustratie dan me lief is. In 2017 viel ik in de beerput van een pervers verdienmodel met fotorechten. Inmiddels heb ik de studie Mediarecht afgerond en schrijf ik een boek waarmee fotografen en fotogebruikers geschillen onderling moeten kunnen oplossen.
Sinds de uitspraak over bijgaande foto – maart 2020 – probeer ik de juridische verwarring rondom embedden de wereld uit te krijgen. Ik heb er, als De Autodidact, maar liefst 34 keer een stukje over geschreven.
Het woord embedden gebruiken juristen voor het insluiten van een werk uit een andere website. Het is zeg maar citeren in het digitale tijdperk. Ik ben van mening dat als je óp internet een bron ván internet citeert, dat dat met een aanklikbare bronvermelding moet. Een aanklikbare verwijzing is een hyperlink.
Nogal wat juristen stellen dat hotlinken (het insluiten van een plaatje vanaf een andere server) mag, zónder aanklikbaar te verwijzen naar de bronwebsite. Zij beargumenteren dat met artikel 1 van onze Auteurswet waarin staat dat de maker het uitsluitend recht heeft op openbaar maken en verveelvoudigen. En met een hotlink verveelvoudig je het plaatje niet, en het plaatje is al openbaar gemaakt op die andere website.
Elke in auteursrecht gespecialiseerde jurist behoort te weten dat artikel 1 Aw achterhaald is, het stamt uit 1912! De wetgever kon meer dan honderd jaar geleden* niet voorzien dat een digitaal bestand op meerdere beeldschermen bekeken kan worden zonder dat bestand te hoeven verveelvoudigen. Onder unierecht geldt al meer dan twintig jaar(!) dat er bij een mededeling een NIEUW publiek bereikt moet worden door een HANDELING van de mededeler.
Uit het vaak aangehaalde Svensson-arrest volgt dat als je een werk embedt (insluit) én aanklikbaar verwijst naar de bron, dat je het bereikte publiek mag scharen onder het publiek dat de oorspronkelijke mededeler voor ogen had. Voorwaarde daarbij is dat de bronwebsite openbaar toegankelijk moet zijn. Het insluiten van een werk mét een hyperlink naar de bron geldt dus niet als een HANDELING waar NIEUW publiek mee wordt bereikt. In de woorden van het HvJUE; het is géén handeling bestaande in een mededeling.
Het Svensson-arrest is inmiddels meer dan tien jaar oud, het is uit 2014. Het ging over persoverzichten met hyperlinks en als je op zo’n hyperlink klikte, opende het persbericht binnen het frame van de website waarop die hyperlink zich bevond. Dat doen veel partijen: LinkedIn, Facebook openen hyperlinks in een frame om je op hun website te houden.
De uitleg van het arrest was dat je werken mocht insluiten (embedden) met een link. Nogal wat juristen verzuimen daarbij te vertellen dat dat een hyperlink moest zijn: een voor mensen volgbare verwijzing. Velen vatten het daardoor op alsof je mag hotlinken: een werk insluiten vanaf een andere server. De bezoeker kan echter niet zien van welke server een plaatje wordt ingeladen, tenzij hij of zij in de onderliggende code van de website kijkt. Voor de bezoeker lijkt het dus alsof het plaatje afkomstig is van degene die het mededeelt.
In de loop der jaren gingen sommige juristen zelfs het woord link weglaten en is embedden tot mijn grote ergernis vakjargon geworden voor hotlinken. Tel daarbij op dat juristen en internetbezoekers zonder ICT-kennis het verschil tussen een hotlink en een hyperlink niet kennen en je snapt de verwarring. Ik kan daar een boek over volschrijven. Wat ik momenteel dus ook doe.
Nummer 2 houdt geen stand omdat een werk dat reeds op het openbare internet staat niet meer openbaar gemaakt kan worden. In de nog op een papieren werkelijkheid gebaseerde wet staat namelijk dat een werk dat ‘in druk’ is verschenen niet meer openbaar gemaakt kan worden. Het kan alleen nog maar vaker afgedrukt worden (= verveelvoudigen). Maar die verveelvoudiging, nummer 3, houdt geen stand omdat je het digitale bestand niet kopieert met een hotlink, je haalt het originele bestand immers op bij de bron.
In mijn boek komt het aan bod: Het verschil tussen een hot- en hyperlink en het feit dat openbaar maken en verveelvoudigen niet meer voldoet in het digitale tijdperk. Maar ik moet het nog verder verduidelijken. En uitleggen hoe links het internet onderscheiden van papier. In plaats van in het desbetreffende hoofdstuk te gaan prutsen schrijf ik mijn hersenspinsels even hier uit. Mijn gedachten op een rijtje krijgen zodat ik ze in woorden vatten. Om het verschil tussen het papieren- en het internettijdperk wat betreft plaatjes** uit te leggen ga ik denk ik een vergelijking maken tussen een boek en een website.
Met een hotlink haalt de computer waarmee je een webpagina bekijkt automatisch een digitaal bestand op van een andere website en laat het plaatje zien op de webpagina die je aan het bekijken bent. Bij een boek kan dat niet. De plaatjes zijn gedrukt op papier en zitten vast in het boek. Als je in het ene boek een plaatje uit het andere boek wil laten zien zul je het plaatje moeten kopiëren en in het boek moeten plakken. En iedereen snapt dat als je een plaatje kopieert uit een ander boek – CITEREN HEET DAT – dat je dan aan bronvermelding moet doen. Op internet is dat niet anders, als jij een plaatje embedt van een andere website, dan moet je aan bronvermelding doen. En op internet zijn bronvermeldingen bij voorkeur aanklikbaar; hyperlinks. Daarmee beloon je de bron, die wordt beter vindbaar. Maar niet alleen dat, je levert een bijdrage aan het World Wide Web, dat opgebouwd is met hyperlinks.
Nogal wat juristen stellen dat hotlinken (het insluiten van een plaatje vanaf een andere server) mag, zónder aanklikbaar te verwijzen naar de bronwebsite. Zij beargumenteren dat met artikel 1 van onze Auteurswet waarin staat dat de maker het uitsluitend recht heeft op openbaar maken en verveelvoudigen. En met een hotlink verveelvoudig je het plaatje niet, en het plaatje is al openbaar gemaakt op die andere website.
Elke in auteursrecht gespecialiseerde jurist behoort te weten dat artikel 1 Aw achterhaald is, het stamt uit 1912! De wetgever kon meer dan honderd jaar geleden* niet voorzien dat een digitaal bestand op meerdere beeldschermen bekeken kan worden zonder dat bestand te hoeven verveelvoudigen. Onder unierecht geldt al meer dan twintig jaar(!) dat er bij een mededeling een NIEUW publiek bereikt moet worden door een HANDELING van de mededeler.
Uit het vaak aangehaalde Svensson-arrest volgt dat als je een werk embedt (insluit) én aanklikbaar verwijst naar de bron, dat je het bereikte publiek mag scharen onder het publiek dat de oorspronkelijke mededeler voor ogen had. Voorwaarde daarbij is dat de bronwebsite openbaar toegankelijk moet zijn. Het insluiten van een werk mét een hyperlink naar de bron geldt dus niet als een HANDELING waar NIEUW publiek mee wordt bereikt. In de woorden van het HvJUE; het is géén handeling bestaande in een mededeling.
Het Svensson-arrest is inmiddels meer dan tien jaar oud, het is uit 2014. Het ging over persoverzichten met hyperlinks en als je op zo’n hyperlink klikte, opende het persbericht binnen het frame van de website waarop die hyperlink zich bevond. Dat doen veel partijen: LinkedIn, Facebook openen hyperlinks in een frame om je op hun website te houden.
De uitleg van het arrest was dat je werken mocht insluiten (embedden) met een link. Nogal wat juristen verzuimen daarbij te vertellen dat dat een hyperlink moest zijn: een voor mensen volgbare verwijzing. Velen vatten het daardoor op alsof je mag hotlinken: een werk insluiten vanaf een andere server. De bezoeker kan echter niet zien van welke server een plaatje wordt ingeladen, tenzij hij of zij in de onderliggende code van de website kijkt. Voor de bezoeker lijkt het dus alsof het plaatje afkomstig is van degene die het mededeelt.
In de loop der jaren gingen sommige juristen zelfs het woord link weglaten en is embedden tot mijn grote ergernis vakjargon geworden voor hotlinken. Tel daarbij op dat juristen en internetbezoekers zonder ICT-kennis het verschil tussen een hotlink en een hyperlink niet kennen en je snapt de verwarring. Ik kan daar een boek over volschrijven. Wat ik momenteel dus ook doe.
Mijn visie is overigens kort na de discussie die oplaaide door het Embedded Ei bevestigd in de Bild-Kunst conclusie, punt 139.1 en 139.3. (NB Bij het latere arrest heeft HvJEU punt 139.2, dat maatregelen omzeild mogen worden, niet overgenomen). Alle in auteursrecht gespecialiseerde juristen zouden dus moeten weten dat er een hyperlink bij een embed moet. Van de juristen die meenden dat de rechter het fout had bij het Embedded Ei is echter niemand teruggekomen op zijn of haar standpunt en alle desinformatie over embedden staat nog steeds online. Erger; men blijft volhouden dat je mag embedden en verzuimt te vermelden dat je daarbij aanklikbaar moet verwijzen naar de bron. En het allerergste; fotogebruikers hotlinken er dus vrolijk op los omdat ze denken dat dat mag, en zijn zo een makkelijke prooi voor fototrollen.
Mijn drie redacteuren voor het boek nemen gelukkig zonder enige discussie van mij aan dat voor een hotlink toestemming van de rechthebbende is vereist. Over waarom die toestemming nodig is denken ze echter verschillend:
- Je publiceert het werk op jouw website en bereikt daarmee NIEUW publiek.
- Je openbaart het werk op een beeldscherm. Openbaar maken in de definitie als uitzenden, tentoonstellen.
- Je verveelvoudigt het werk door het te kopiëren naar je website.
Nummer 2 houdt geen stand omdat een werk dat reeds op het openbare internet staat niet meer openbaar gemaakt kan worden. In de nog op een papieren werkelijkheid gebaseerde wet staat namelijk dat een werk dat ‘in druk’ is verschenen niet meer openbaar gemaakt kan worden. Het kan alleen nog maar vaker afgedrukt worden (= verveelvoudigen). Maar die verveelvoudiging, nummer 3, houdt geen stand omdat je het digitale bestand niet kopieert met een hotlink, je haalt het originele bestand immers op bij de bron.
In mijn boek komt het aan bod: Het verschil tussen een hot- en hyperlink en het feit dat openbaar maken en verveelvoudigen niet meer voldoet in het digitale tijdperk. Maar ik moet het nog verder verduidelijken. En uitleggen hoe links het internet onderscheiden van papier. In plaats van in het desbetreffende hoofdstuk te gaan prutsen schrijf ik mijn hersenspinsels even hier uit. Mijn gedachten op een rijtje krijgen zodat ik ze in woorden vatten. Om het verschil tussen het papieren- en het internettijdperk wat betreft plaatjes** uit te leggen ga ik denk ik een vergelijking maken tussen een boek en een website.
Een boek heeft pagina’s met plaatjes en tekst die op papier zijn afgedrukt.Met een hyperlink op een webpagina verlaat je de pagina en beland je met één klik op een andere webpagina. Bij een boek kan dat niet. Je zult moeten bladeren naar de pagina waarnaar verwezen wordt. En als dat een pagina in een ander boek is, zal je dat boek erbij moeten pakken.
Een website heeft pagina’s met plaatjes en tekst die als digitale bestanden op een server staan.
Met een hotlink haalt de computer waarmee je een webpagina bekijkt automatisch een digitaal bestand op van een andere website en laat het plaatje zien op de webpagina die je aan het bekijken bent. Bij een boek kan dat niet. De plaatjes zijn gedrukt op papier en zitten vast in het boek. Als je in het ene boek een plaatje uit het andere boek wil laten zien zul je het plaatje moeten kopiëren en in het boek moeten plakken. En iedereen snapt dat als je een plaatje kopieert uit een ander boek – CITEREN HEET DAT – dat je dan aan bronvermelding moet doen. Op internet is dat niet anders, als jij een plaatje embedt van een andere website, dan moet je aan bronvermelding doen. En op internet zijn bronvermeldingen bij voorkeur aanklikbaar; hyperlinks. Daarmee beloon je de bron, die wordt beter vindbaar. Maar niet alleen dat, je levert een bijdrage aan het World Wide Web, dat opgebouwd is met hyperlinks.
* Lezenswaardig artikel in dat kader; kijk eens hoe ze bijna honderd jaar geleden informatie beter toegankelijk probeerden te maken. De voorloper van internet. De jonge garde weet denk ik niet hoe we nog geen twintig jaar geleden kaartenbakken moesten door ploeteren bij de bibliotheek om informatie te vinden over een bepaald onderwerp en dat mensen een papieren encyclopedie in huis hadden. Het is een enorme vooruitgang om informatie met een paar klikken op je beeldscherm te kunnen toveren.
** Bewegend beeld en geluid onderscheiden internet ook van papier. Gelukkig gaat mijn boek enkel over fotorecht en kan ik me beperken tot links. Waar ik dus al vijf jaar mijn handen aan vol heb...
Een kop koffie als steun wordt gewaardeerd. Of doneer voor mijn rechtszaak tegen ANP.